Bliksem heeft de betekenis van bevruchtende kracht en wordt beschouwd als een instrument dat door God werd gebruikt bij de schepping van de wereld.
In die zin is de bliksem een fallisch symbool dat staat voor bevruchting. Hij komt uit de storm en bevrucht de aarde.
In veel culturen is het een teken van kracht en macht. Bliksem wordt vaak geassocieerd met regen en is een ambivalent symbool omdat het heilzaam kan zijn (beschouwd als een goddelijk zaad dat de aarde bevrucht) of slecht (een goddelijke straf die vernietiging veroorzaakt).
Voor de Grieken vertegenwoordigt de bliksem Zeus. Voor de Hopi indianen van New Mexico vertegenwoordigt de geestenpop (Tala wipiki) welwillendheid, terwijl het voor de Pygmeeën de straf van god is in geval van overspel.
In de Heilige Schrift wordt een vergelijking gemaakt tussen dit snelle en krachtige fenomeen en de komst van Christus in de wereld:
Zie ook: Haai" Want zoals de bliksem uit het oosten komt en in het westen schijnt, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. " (Matteüs 24:27)
Tenslotte is bliksem een beeld dat bewustzijnstoestanden symboliseert die niet continu zijn.
Zie ook: VerjaardagVerschijnselen als bliksem, donder en bliksem zijn een verwijzing naar de oorlogsgoden. De hindoegod Indra draagt bijvoorbeeld bliksem in zijn hand.