De torii, ook wel tori (met één i) genoemd, is een Japans symbool die, meer dan een architectonisch ornament, de opening naar een goddelijke staat voorstelt.
Symboliseert de overgang van het alledaagse naar het heilige Daarom is het een portaal dat altijd bij de ingang staat van de heilige tempels van het shintoïsme, de traditionele Japanse religie.
Dit soort poorten kan alleen bij de ingang staan, een geïsoleerde torii, maar er kunnen er ook meerdere op een rij staan die een soort tunnel vormen. Dit zijn offers van toegewijden als dank voor iets dat ze hebben ontvangen.
Zie ook: GeitZe zijn meestal gemaakt van hout en rood geschilderd, maar ook van andere materialen zoals staal en steen. Ze hebben geen deur, maar zijn er wel mee verbonden, omdat de deur de doorgang tussen twee werelden symboliseert.
De tori-structuur kan verschillende stijlen hebben, waarvan de meest voorkomende bestaat uit twee steunen in verticale richting die twee andere steunen in horizontale richting, en die zich op grotere afstand bevinden. Bovendien zijn ze onderverdeeld in families: de Shinmei en de Myōjin.
In het Japans betekent het "huis van de vogels", het is immers in dit Japanse portaal dat de vogels neerstrijken om neer te strijken.
Volgens de legende beëindigde de zonnegodin Amaterasu haar periode van eenzaamheid en eenzaamheid, waarin ze geen licht zag, ter ere van de vogels.
Zo ontvangt de torii het licht en ook de goddelijke geest door zijn stralen.
Hoewel tori's traditioneel een Japans symbool zijn, zijn ze ook te vinden in andere Aziatische landen zoals China, India en Thailand.
Meer lezen :
Zie ook: Kruis van Portugal- Japanse symbolen
- Religieuze symbolen